Hoarding wordt inmiddels erkend als een psychische stoornis

Dit artikel is niet bedoeld als psychiatrisch of psychologisch advies.

Integendeel, het doel is om te helpen te weten te komen of je medische of praktische hulp zou moeten zoeken voor een mogelijke verzamelstoornis.

1. De "dingen" in je huis zijn meer dan rommel.
   Veel mensen hebben een verzamellade of -kast, of zelfs een hele kamer voor extra spullen. 
   Wanneer je twee, drie of meer kamers hiervoor gebruikt, is het problematisch.
2. Je bent niet in staat om bezittingen weg te gooien.
   Je ervaart ernstige angst wanneer je wordt geconfronteerd met het weggooien van bezittingen, zelfs als vrienden en familie het als ‘zooi’ beschouwen.
3. Je bezittingen hebben je leefruimte overgenomen.
   Misschien heb je alleen nog maar een looppad door je woonruimte beschikbaar.
   Misschien is je bank, tafel of bed bedekt met spullen, omdat er ergens anders geen plek meer is.
   Misschien kun je niet meer bij je bed komen, en ben je gewend geraakt aan op de bank slapen.
4. Je kunt geen gebruik meer maken van apparatuur of sanitaire voorzieningen.
   De koelkast is misschien vol schimmel.
   De wastafel staat vol met spullen die je niet gebruikt.
   De kat heeft van de wastafel zijn nieuwe kattenbak gemaakt.
   Dagelijkse routines, zoals koken, wassen en persoonlijke hygiëne, zijn bijna onmogelijk in je huis, zodat je afhankelijk bent geworden van magnetron- en afhaalmaaltijden.
5. Je voelt je in verlegenheid gebracht door je bezittingen.
   Je voelt je ongemakkelijk wanneer andere mensen aan je spullen zitten.
   Je ziet er tegenop of bent gestopt vrienden of familie te ontvangen.
   In tegenstelling tot verzamelaars, die trots zijn op hun collectie, schaam je je voor je spullen.
6. Je voelt je onprettig als andere mensen je spullen hebben bekeken of aangeraakt.
   Nadat bezoek weg is, controleer je de prullenbak.
   Soms controleer je zelf je eigen prullenbak, voor het geval je per ongeluk toch iets hebt weggegooid waar je spijt van hebt.
7. Je kunt een koopje niet laten liggen. Ook al is je huis al propvol met spullen (en misschien je garage en je tuin ook, of wellicht heb je nog externe opslagruimte).
   Zelfs als je eigenlijk geen geld hebt om dingen aan te schaffen, kun je toch de verleiding niet weerstaan.
8. Je bent er zeker van dat er een schat begraven ligt onder de stapels spullen in je huis.
   Mensen blijven je pushen door te zeggen dat je eens wat weg moet gooien. Ze begrijpen niet dat je het gevoel hebt dat je dat niet kunt, omdat je denkt dat het allemaal waardevolle spullen zijn.
9. Je verplaatst spullen van de ene stapel naar de andere stapel, zonder ook maar iets weg te gooien wat geen enkele waarde heeft, zoals oude kranten.
10. Je huis stinkt en is vies, maar je kunt je er niet toe bewegen op te ruimen.
    Je bent gewend aan abnormale dingen, zoals dierlijke uitwerpselen op de vloer, maar het lukt je niet dit fatsoenlijk op te ruimen.
    Er is een vieze geur in huis, maar je kunt de bron maar niet vinden als gevolg van de stapels opgehoopte spullen.
    Oppervlakken in je huis zijn bedekt met stof, maar er zijn zo veel spullen dat je niet schoon kunt maken, simpelweg omdat je er niet bij kunt.

Als iemand letterlijk belemmerd wordt door spullen om bij het bed te komen, of te kunnen koken, of de was te kunnen doen, dan zijn er gewoonweg teveel spullen.
Deze spullen ontnemen levensruimte. Letterlijk! Want waar spullen staan kan niks anders zijn. 
Ken jij iemand die zo leeft en weet je niet hoe je zou kunnen helpen?
Heb je misschien al tevergeefse pogingen gedaan?
Lees dan verder op de pagina Hulp of Stappenplan, of stuur een appje.

*WAAR GEBEURD: Verhalen van en over hoarders*